Steeds herhalen van beschuldigingen is smaad
Geplaatst op: 06 augustus 2016Wanneer steeds opnieuw dezelfde beschuldigingen worden geuit, kan dit smaad opleveren. Dit volgt uit een uitspraak van de rechtbank Arnhem, 26 januari 2007, ECLI:NL:RBARN:2011:BP5117.
Lees meer >
Uitingen over zwanendriften en mishandeling geen smaad
Geplaatst op: 05 augustus 2016Door de gedaagde partij waren verschillende uitingen gedaan op facebook en andere social media over zwanendriften en mishandeling van zwanen. De uitlatingen die waren gedaan vallen uiteen in een viertal categorieën:
- uitlatingen met betrekking tot het zwanendriften/het mishandelen van zwanen;
- de mishandeling van [gedaagde] ;
- uitlatingen met betrekking tot de jachtvergunningen van [eisers] ;
- de vergelijkingen met de leeuwenjacht en het slachten van lammeren.
De voorzieningenrechter oordeelt dat deze uitingen geen smaad opleveren, mede ook omdat door eiser de verschillende beschuldigingen onvoldoende zijn bestreden (Rb Den Haag, 14 oktober 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:11856)
Lees meer >
Beschuldigingen van politie(agent) is smaad
Geplaatst op: 05 augustus 2016In de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, 31 mei 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:3244 gaat het om smaad en smaadschrift tegen politie door verdachte wiens zoon in politiecel is overleden na aanhouding. De verdachte heeft zich structureel negatief uitgelaten over een politieagent en de politie in het algemeen en heeft daarbij verschillende beschuldigingen geuit. De rechtbank oordeelt dat de smadelijke uitlatingen ernstig zijn en veroordeelt de verdachte tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden.
Lees meer >
Voor benadeelden negatief artikel over verkrachtingen in Turkije waarbij identiteit te herleiden is
Geplaatst op: 03 augustus 2016Veroordeling journalist t.z.v. smaad. Verdachte heeft als journalist een artikel geschreven naar aanleiding van de commotie in NL over de vrijlating in Turkije van een van de veroordeelden in de Alanya-zaak. A.g.v. die commotie werd een bezoek van Prins Willem-Alexander aan Turkije afgelast. Het artikel luidt “Nederland moet de hand in eigen boezem steken – Met opportunisme kom je geen stap verder”. Dat artikel heeft verdachte in de NL taal in het in NL verschijnende tijdschrift Dünya geplaatst en tevens ter publicatie toegezonden aan diverse Nederlandse dagbladen. Daarin waarschuwt hij met verwijzing naar de Alanya-zaak voor de gevaren die NL meisjes in een vreemde omgeving lopen a.g.v. tijdens hun vakanties betoond uitdagend gedrag. In dat verband bezigt hij de bewoordingen als bewezenverklaard. De namen van de slachtoffers worden niet genoemd, maar zij zijn door de verwijzing naar de Alanya-zaak te identificeren. Het hof heeft de beperking van verdachtes recht op vrije meningsuiting in het kader van de persvrijheid in het belang van de bescherming van de goede naam en de rechten van anderen noodzakelijk heeft geoordeeld. Daartoe heeft het hof een afweging gemaakt tussen enerzijds het belang van de slachtoffers niet in hun eer of goede naam te worden aangetast en anderzijds het belang van verdachte om als journalist de bewezenverklaarde uitlatingen als onderdeel van het door verdachte bedoelde publieke debat te kunnen doen. Het hof heeft het in dat verband kennelijk van doorslaggevend belang geacht dat verdachte als journalist op geruchten over slachtoffers van zeer ernstige misdrijven is afgegaan en die geruchten als feiten heeft gepresenteerd.’s Hofs oordeel is onjuist noch onbegrijpelijk, mede in aanmerking genomen dat verdachte ter terechtzitting in appel heeft verklaard dat hij de desbetreffende geruchten niet heeft geverifieerd, de door de Turkse rechter vastgestelde feiten pas na de publicatie heeft gelezen en heeft toegegeven een verkeerd beeld te hebben gegeven en gelet op de onmiskenbaar grievende aard van de uitlatingen. Bij e.e.a. neemt de HR in aanmerking dat de opgelegde straf niet van dien aard is dat deze de beperking van de vrijheid van meningsuiting disproportioneel maakt (Conclusie P-G bij HR 17 oktober 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX5765).
Lees meer >
Beschuldiging ‘broodfokker’ is smaad
Geplaatst op: 03 augustus 2016Het recht om vrijelijk zijn mening te uiten vindt zijn begrenzing in het geval daarmee iemands eer en goede naam op onrechtmatige wijze wordt aangetast. Gedaagde heeft zich op verschillende websites op internet suggestief en grievend uitgelaten over eisende partijen, die houder zijn van een geregistreerde hondenkennel. Zij heeft hen ervan beschuldigd‘broodfokkers’ te zijn. Deze beschuldigingen berustten op vermoedens die gedaagde had. Het begrip ‘broodfokker’ is volgens de kantonrechter naar algemeen aanvaarde maatstaven een negatief begrip. Gedaagde is deze mening ook toegedaan en heeft de uitlating ook op deze manier bedoeld. De kantonrechter is hierdoor van mening dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld jegens eisende partijen. Dit geldt te meer nu de uitlatingen op internet hebben plaatsgevonden, hetgeen voor een wijde verspreiding kan zorgen en daardoor een grote impact heeft. Hieruit volgt dat het recht van eisende partijen op bescherming van eer en goede naam dient te prevaleren boven het recht van gedaagde op vrijheid van meningsuiting (rechtbank Breda, 6 december 2007, ECLI:NL:RBBRE:2012:BY6447).
Lees meer >
Beschuldiging van diefstal door werkgever
Geplaatst op: 03 augustus 2016In de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, 12 december 2007, ECLI:NL:RBLEE:2007:BC0120 werd een schoonmaker ongefundeerd van diefstal beschuldigd door het bedrijf waar hij zijn werkzaamheden verricht. De schoonmaker werkte bij een bedrijf (Nivo) dat weer door Arriva werd ingehuurd. De schoonmakers hadden ook tot taak het tanken van de bussen. Op een dag is er een melding bij Arriva binnengekomen dat de schoonmaker dieselolie vanuit huis zou verkopen en dat die diesel van Arriva afkomstig zou zijn. Door een bedrijfsrecherchebureau werden camera’s opgehangen, maar die werden ontdekt en ook gestolen. Arriva beschuldigt de schoonmaker ook van de diefstal van die camera’s. De schoonmaker bleef ontkennen. Uiteindelijk kon Arriva de beschuldiging niet hard maken. De vordering tot rectificatie werd door de rechter toegewezen.
Lees meer >
Drie misverstanden over de parlementaire immuniteit
Geplaatst op: 01 augustus 2016Hoewel er nog geen jurisprudentie bestaat over de parlementaire immuniteit, vallen twitterberichten of e-mails die tijdens de beraadslagingen in de volksvertegenwoordiging de wereld in worden gestuurd, er waarschijnlijk evenmin onder. Voor wie met zijn tijd wil meegaan, ligt dan een pleidooi voor de hand om hier iets aan te doen, nu het moderne politieke debat immers meer buiten dan in ’s lands vergaderzalen lijkt te worden gevoerd. Dit te meer als men de indruk heeft dat de parlementaire immuniteit in andere landen veel ruimer is dan bij ons. De laatste tijd is door ten minste drie auteurs in de vakbladen inderdaad op deze gronden gepleit voor uitbreiding van de parlementaire immuniteit. Wie een dergelijk pleidooi houdt, ziet echter een of meer zaken over het hoofd die ik in deze bijdrage zal proberen te verhelderen:
1. De parlementaire immuniteit biedt geen absolute vrijheid van meningsuiting voor parlementariërs in het parlement en is daar ook niet voor bedoeld.
2. In andere Europese landen en in de Verenigde Staten is de regeling van de parlementaire immuniteit niet of nauwelijks ruimer dan bij ons.
3. De jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens laat geen ruimte voor een substantiële uitbreiding van de parlementaire immuniteit, misschien wel het tegendeel. De conclusie moet daarom zijn, dat wie de kans op vervolging van volksvertegenwoordigers wegens uitingsdelicten daadwerkelijk wil verminderen, een pleidooi dient te houden voor verruiming van de vrijheid van meningsuiting voor iedereen.
Lees meer >
In de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, 29 juni 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:5816 gaat het om een moeder die door haar ex ervan beschuldigd wordt verantwoordelijk te zijn voor de dood van hun jongste kind. De uitingen worden door de ex geplaatst op social media (o.a. Facebook). Moeder vordert verwijdering en een verbod op het plaatsen van dat soort beschuldigingen. De rechtbank stelt de moeder in het gelijk.
Lees meer >
Bescherming politicus voor uitlatingen alleen in parlement
Geplaatst op: 27 juli 2016Wanneer een zijn brief via internet heeft verspreid, kan die met een perspublicatie worden gelijkgesteld (HR 18 januari 2008, NJ 2008, 274). De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat een politicus niet door algehele immuniteit beschermd wordt voor uitlatingen in de pers die buiten het parlement en de gemeenteraad zijn gedaan (vgl. HR 24 juni 1983, NJ 1984, 801, Gemeenteraadslid-arrest, herhaald in HR 2 april 2002, LJN AD8693), zij het dat de prominente verdragsrechtelijke bescherming van de politieke uitingsvrijheid zich in beginsel ook uitstrekt tot uitingen die buiten de volksvertegenwoordiging zijn gedaan (vgl. EHRM 23 april 1992, Castello vs Spanje, Appl.nr. 11798/85, r.o. 43).
Lees meer >
Beschuldiging door politicus is geen smaad
Geplaatst op: 24 juli 2016Beklagzaak van een accountant tegen een gemeenteraadslid die onjuiste en diskwalificerende uitlatingen over hem gedaan zou hebben in een brief aan het bestuur. Aangezien het gemeenteraadslid de brief op internet heeft geplaatst, komt hem geen beroep op immuniteit toe. Het hof moest oordelen over de verhouding tussen het recht op vrije meningsuiting versus het recht op bescherming van iemands eer en goede naam. Het hof heeft eerst vastgesteld dat het recht op vrije meningsuiting, zeker in een politiek debat, zwaarder weegt dan het andere recht. Dat kan slechts anders zijn als de politicus buitengewoon onzorgvuldig is opgetreden jegens een ander die zich in zijn eer en goede naam voelt aangetast, temeer nu de diskwalificerende uitlatingen waren gebaseerd op openbare bronnen, nl. afkomstig van internet. Het hof heeft weliswaar vastgesteld dat het gemeenteraadslid in sommige opzichten onzorgvuldig heeft gehandeld in de weergave van de internetberichten, maar dat de mate van onzorgvuldigheid niet zodanig was dat daarmee de vrijepolitieke meningsuiting als algemeen belang het onderspit moest delven ten opzichte van het individuele recht op eer en goede naam. Het beklag van de accountant werd daarom afgewezen (Gerechtshof Amsterdam, 21 juli 2008, ECLI:NL:GHAMS:2008:BD9027)