Verbod bij smaad en laster
Een van de belangrijkste vorderingen bij smaad en laster is een verbod. U vraagt de rechter om de andere partij te verbieden om zich onrechtmatig over u uit te laten. Wanneer de rechter van oordeel is dat de eerdere uitlatingen als onrechtmatig zijn aan te merken, zal een verbod in de meeste gevallen wel worden toegewezen. Door het opleggen van een verbod wordt u in uw persoonlijke levenssfeer en in uw eer en goede naam beschermt.
Formulering verbod bij smaad en laster
In het petitum van de dagvaarding kan het verbod bij smaad en laster als volgt worden geformuleerd:
"Het U Edelachtbare Heer Voorzieningenrechter moge behagen om bij vonnis in kort geding, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut en alle dagen en uren:
a) gedaagde met onmiddellijke ingang te verbieden om zich op onrechtmatige wijze, in woord of geschrift, direct of indirect in het openbaar waaronder tevens te verstaan via internet, websites of weblog op het internet of anderszins uit te laten over eiseres, meer in het bijzonder om eiseres te beschuldigen van @, of soortgelijke misdrijven, of daarnaar verwijzende opmerkingen te maken.
b) te bepalen dat gedaagde voor iedere overtreding van het onder a) genoemde verbod, een dwangsom verbeurt van € 500,--, met een maximum van € 50.000,--;"