Beoordelingskader smaad strafrecht

Geplaatst op: 04 januari 2021

Bij de vraag waar de grens van de in artikel 10 van het EVRM gegarandeerde vrijheid van meningsuiting ligt, dient het toetsingskader gevonden te worden in het Nederlandse recht (waaronder de door de gemachtigde in raadkamer aangehaalde rechterlijke uitspraken), waarbij de uitleg van de relevante bepalingen mede gezien moet worden in het licht van de rechtspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens (EHRM). Blijkens vaste rechtspraak van het EHRM moet er in een democratie in beginsel ook ruimte zijn voor uitlatingen die kwetsen, choqueren of verontrusten; in een democratie mag uit het kwetsende karakter van bepaalde uitlatingen niet te snel een rechtvaardiging voor een beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting worden afgeleid. Dit geldt – eveneens naar vaste rechtspraak van het EHRM – te meer indien de uitingen politici of bestuurders betreffen. Bezien in het licht van deze rechtspraak, en uitsluitend oordelend over de door het openbaar ministerie in diens schriftelijke beslissing tot voorwaardelijk sepot geselecteerde uitingen en de context waarin deze uitlatingen zijn gedaan – zoals door de raadsman ter zitting uiteengezet – acht het hof het niet uitgesloten dat een strafrechter, oordelend over deze uitingen, tot vrijspraak dan wel ontslag van rechtsvervolging zou komen (Gerechtshof Amsterdam, 3 april 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:6153,

Lees meer >


Voor bewijs ‘wetende dat’ bij laster is meer nodig dan voorwaardelijk opzet

Geplaatst op: 16 september 2019

Voor het bestanddeel ‘wetende dat’(opzet) is in het algemeen voorwaardelijk opzet vereist. De wetsgeschiedenis van art. 262 Sr geeft echter aanleiding anders over de betekenis te oordelen. ‘Wetende dat’ komt in dit gebruik een bijzondere, beperkte betekenis toe. Voorwaardelijk opzet alleen is hierbij niet toereikend. 

Lees meer >


Ruchtbaarheid geven bij smaad en laster

Geplaatst op: 25 juli 2017

Onder “ruchtbaarheid geven” als bedoeld in art. 261 Sr dient te worden verstaan “het ter kennis van het publiek brengen”. Met zodanig ‘publiek’ is een bredere kring van betrekkelijk willekeurige derden bedoeld. Van “het kennelijke doel om ruchtbaarheid te geven” kan ook sprake zijn indien de mededeling aan niet meer dan één persoon is gedaan. Bij de beoordeling van de vraag of een mededeling wordt gedaan met het kennelijke doel om deze ter kennis van het publiek te brengen kan van belang zijn of verwacht mag worden dat de ontvanger van de (smadelijke) mededeling daar vertrouwelijk mee omgaat. Indien de ontvanger een ambt bekleedt dat met discretie pleegt te worden uitgeoefend, kan zich licht het geval voordoen dat het oordeel dat is gehandeld met het kennelijke doel om aan de mededeling ruchtbaarheid te geven nadere motivering behoeft. Onder omstandigheden kan ook een nadere motivering zijn vereist indien de relatie met de ontvanger zodanig is dat de verdachte in redelijkheid mag verwachten dat deze de mededeling niet zal verspreiden in een bredere kring van betrekkelijk willekeurige derden. (Vgl. Hoge Raad 13 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2848, NJ 2017/6.)

Lees meer >


Tenlastelegging bepaald feit: duidelijk te onderkennen concrete gedraging

Geplaatst op: 14 oktober 2016

Waar het gaat om het verwijt ’tenlastelegging van een bepaald feit’ moet het gaan om een duidelijk te onderkennen concrete gedraging (HR 16 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1198. Niet voldoende is wanneer het gedrag slechts in algemene termen wordt geduid en niet is toegespitst op een concrete gedraging.

Lees meer >


Vrijspraak smaad bij verspreiden sexfilm

Geplaatst op: 06 augustus 2016

De rechtbank Overijssel heeft een 21-jarige man vrijgesproken die er van werd verdacht een filmpje te hebben verspreid via social media zonder toestemming van zijn toenmalige vriendin. In het filmpje zijn het slachtoffer en de verdachte te zien terwijl zij seksuele handelingen verrichten. Verdachte heeft een filmpje met beelden van seksuele handelingen van het slachtoffer naar één andere persoon gestuurd. Daarna is het filmpje onder verschillende personen en in brede kring verspreid. Dat haar door dit alles leed is aangedaan, is duidelijk. De vraag is echter of dit verdachte strafrechtelijk te verwijten is op basis van wat hem in deze zaak wordt ten laste gelegd. Naar het oordeel van de politierechter is dat niet het geval. Verdachte heeft het filmpje maar aan één persoon gestuurd met de bedoeling dat het niet verder zou worden verspreid. De politierechter acht daarom niet bewezen wat aan de verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd (Rb Overijssel, 25 april 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:BZ8542).

Lees meer >


Beschuldigingen van politie(agent) is smaad

Geplaatst op: 05 augustus 2016

In de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, 31 mei 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:3244 gaat het om smaad en smaadschrift tegen politie door verdachte wiens zoon in politiecel is overleden na aanhouding. De verdachte heeft zich structureel negatief uitgelaten over een politieagent en de politie in het algemeen en heeft daarbij verschillende beschuldigingen geuit. De rechtbank oordeelt dat de smadelijke uitlatingen ernstig zijn en veroordeelt de verdachte tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden.

Lees meer >


Voor benadeelden negatief artikel over verkrachtingen in Turkije waarbij identiteit te herleiden is

Geplaatst op: 03 augustus 2016

Veroordeling journalist t.z.v. smaad. Verdachte heeft als journalist een artikel geschreven naar aanleiding van de commotie in NL over de vrijlating in Turkije van een van de veroordeelden in de Alanya-zaak. A.g.v. die commotie werd een bezoek van Prins Willem-Alexander aan Turkije afgelast. Het artikel luidt “Nederland moet de hand in eigen boezem steken – Met opportunisme kom je geen stap verder”. Dat artikel heeft verdachte in de NL taal in het in NL verschijnende tijdschrift Dünya geplaatst en tevens ter publicatie toegezonden aan diverse Nederlandse dagbladen. Daarin waarschuwt hij met verwijzing naar de Alanya-zaak voor de gevaren die NL meisjes in een vreemde omgeving lopen a.g.v. tijdens hun vakanties betoond uitdagend gedrag. In dat verband bezigt hij de bewoordingen als bewezenverklaard. De namen van de slachtoffers worden niet genoemd, maar zij zijn door de verwijzing naar de Alanya-zaak te identificeren. Het hof heeft de beperking van verdachtes recht op vrije meningsuiting in het kader van de persvrijheid in het belang van de bescherming van de goede naam en de rechten van anderen noodzakelijk heeft geoordeeld. Daartoe heeft het hof een afweging gemaakt tussen enerzijds het belang van de slachtoffers niet in hun eer of goede naam te worden aangetast en anderzijds het belang van verdachte om als journalist de bewezenverklaarde uitlatingen als onderdeel van het door verdachte bedoelde publieke debat te kunnen doen. Het hof heeft het in dat verband kennelijk van doorslaggevend belang geacht dat verdachte als journalist op geruchten over slachtoffers van zeer ernstige misdrijven is afgegaan en die geruchten als feiten heeft gepresenteerd.’s Hofs oordeel is onjuist noch onbegrijpelijk, mede in aanmerking genomen dat verdachte ter terechtzitting in appel heeft verklaard dat hij de desbetreffende geruchten niet heeft geverifieerd, de door de Turkse rechter vastgestelde feiten pas na de publicatie heeft gelezen en heeft toegegeven een verkeerd beeld te hebben gegeven en gelet op de onmiskenbaar grievende aard van de uitlatingen. Bij e.e.a. neemt de HR in aanmerking dat de opgelegde straf niet van dien aard is dat deze de beperking van de vrijheid van meningsuiting disproportioneel maakt (Conclusie P-G bij HR 17 oktober 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX5765).

Lees meer >


Beschuldiging door politicus is geen smaad

Geplaatst op: 24 juli 2016

Beklagzaak van een accountant tegen een gemeenteraadslid die onjuiste en diskwalificerende uitlatingen over hem gedaan zou hebben in een brief aan het bestuur. Aangezien het gemeenteraadslid de brief op internet heeft geplaatst, komt hem geen beroep op immuniteit toe. Het hof moest oordelen over de verhouding tussen het recht op vrije meningsuiting versus het recht op bescherming van iemands eer en goede naam. Het hof heeft eerst vastgesteld dat het recht op vrije meningsuiting, zeker in een politiek debat, zwaarder weegt dan het andere recht. Dat kan slechts anders zijn als de politicus buitengewoon onzorgvuldig is opgetreden jegens een ander die zich in zijn eer en goede naam voelt aangetast, temeer nu de diskwalificerende uitlatingen waren gebaseerd op openbare bronnen, nl. afkomstig van internet. Het hof heeft weliswaar vastgesteld dat het gemeenteraadslid in sommige opzichten onzorgvuldig heeft gehandeld in de weergave van de internetberichten, maar dat de mate van onzorgvuldigheid niet zodanig was dat daarmee de vrijepolitieke meningsuiting als algemeen belang het onderspit moest delven ten opzichte van het individuele recht op eer en goede naam. Het beklag van de accountant werd daarom afgewezen (Gerechtshof Amsterdam, 21 juli 2008, ECLI:NL:GHAMS:2008:BD9027)

Lees meer >


Kritiek op justitieel onderzoek; beschuldigen klusjesman

Geplaatst op: 23 juli 2016

Kritiek op een onderzoek dat de politie heeft verricht, is altijd toegelaten. Het is echter niet toegelaten om een ander te beschuldigen van moord, zonder dat hiervoor voldoende bewijzen bestaan. Bij de vraag of beschuldigingen kunnen worden aangemerkt als smaad gaat het steeds om een afweging van de verschillende belangen. Enerzijds is dat het algemeen belang dat kan zijn gediend met het zonder terughoudendheid bekritiseren van de waarheidsvinding in een strafzaak en anderzijds het belang van een gewone burger om te worden beschermd tegen herhaalde beschuldigingen van een ernstig misdrijf. In de uitspraak van de Hoge Raad van 14 juni 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP0287 oordeelde dat het herhaald beschuldigen van de klusjesman door Maurice de Hond in de Puttense moordzaak smaad oplevert.

Lees meer >


Verspreider persbericht veroordeeld voor smaadschrift

Geplaatst op: 23 juli 2016

Het hof veroordeelt verspreider van persbericht voor smaadschrift. Naar het oordeel van het hof draagt de inhoud van het persbericht niet bij aan enig publiek debat en is met het persbericht geen rechtens te beschermen belang gediend. Het hof verwerpt het beroep op de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in art. 10 EVRM (Gerechtshof Amsterdam, 23 november 2009, ECLI:NL:GHAMS:2009:BK4125).

Lees meer >


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden