Smaad en laster in het debat
In een debat geldt een grotere vrijheid van meningsuiting waardoor er minder snel sprake zal zijn van smaad of laster. Er zal niet snel sprake zijn van smaad of laster.
Het is vaste rechtspraak van het EHRM dat er in een democratie in beginsel ruimte zijn voor uitlatingen die kwetsen, choqueren of verontrusten; in een democratie mag uit het kwetsende karakter van bepaalde uitlatingen niet te snel een rechtvaardiging voor een beperking van het recht op vrijheid van meningsuiting worden afgeleid.
Maatschappelijk debat
Voor een goed functionerende democratische samenleving is immers van essentieel belang dat burgers hun mening kunnen uiten en aan maatschappelijke discussies kunnen deelnemen. Waar het gaat om uitlatingen die een bijdrage leveren aan de maatschappelijke discussie, is een beperking van het recht op de vrijheid van meningsuiting niet snel gerechtvaardigd, ook niet als het gaat om uitlatingen die kwetsen, choqueren of verontrusten. Overheidsingrijpen in de vorm waarin en de wijze waarop meningen worden geuit is zonder verdragsschending slechts mogelijk indien, bij een weging van belangen, het maatschappelijk belang bij een vrij en open debat niet langer de doorslag kan geven.
Grote vrijheid voor politici en bestuurders
Met name als de uitingen worden gedaan door politici of andere bestuurders geldt een grote mate van vrijheid om de mening te uiten.
Parlementaire immuniteit
In Nederland kennen we de parlementaire immuniteit, ook wel de parlementaire onschendbaarheid genoemd. Deze stoelt op artikel 71 van de Grondwet, dat bepaalt dat de leden van de Staten-Generaal niet 'in rechte kunnen worden vervolgd of aangesproken' voor dat wat zij in de vergaderingen van de Kamers of van Kamercommissies zeggen en evenmin voor wat zij daar schriftelijk inbrengen. Een officier van justitie die een Kamerlid zou dagvaarden wegens iets wat hij in de Kamer heeft gezegd en wat, indien het daarbuiten gezegd zou zijn, een strafbaar feit zou opleveren, wordt niet ontvankelijk verklaard. Als anderen zich daarover beklagen bij het gerechtshof, vangen zij bot. Ook een actie bij de burgerlijke rechter, bijvoorbeeld een eis tot rectificatie van lasterlijke uitlatingen, zal op de grondwettelijke bepaling afstuiten. Hetzelfde geldt voor een tuchtrechtelijke procedure, bijvoorbeeld als een kamerlid dat tevens arts is, in het vuur van het debat zijn beroepseed of beroepsgeheim zou schenden. Dezelfde immuniteit geldt voor leden van de gemeenteraden, provinciale staten, en de besturen der waterschappen.