Valse beschuldiging – smaad of laster
Wanneer bedreigingen ernstig genoeg zijn, en vaker worden gedaan, kan dit reden zijn om een straatverbod of contactverbod te eisen.
Bedreiging in de wet
Bedreiging is strafbaar gesteld in artikel 285 Sr. Strafbaar is volgens dit artikel het bedreigen met openlijk in vereniging geweld plegen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting.
> Meer informatie 'bedreiging' (informatiebrochure politieverhoor)
> Advocaat voor bedreiging (StrafrechtadvocatenNetwerk.nl)
Civielrechtelijk
Civielrechtelijk zal het bij bedreiging steeds gaan om het opzettelijk dreigen om de ander iets ergs aan te doen. Vaak gaat het om bedreigingen met de dood of andere ernstige dreigementen alvorens een straatverbod en contactverbod kan worden opgelegd. Vereist is dat het gaat om een serieuze bedreiging of in ieder geval frequent gedane bedreigingen waardoor bij de ander echt de angst ontstaat dat de bedreiger de daad bij het woord zal voegen.
Onrechtmatig handelen
Het bedreigen van een ander dient per definitie te worden beschouwd als onrechtmatig handelen, hetgeen afhankelijk van de ernst en de frequentie kan leiden tot het opleggen van een straatverbod en/of contactverbod. Ieder mens heeft het recht om verschoond te blijven van ongewenste contacten met een ander, welk recht zwaarder dienen te wegen dan het belang van die ander om zich zonder enige beperking vrij te kunnen nemen bewegen. De persoonlijke vrijheid van een ieder vindt zijn grens in de persoonlijke vrijheid van een ander. De persoonlijke vrijheid van een ieder om contact op te met wie hij wil, vindt zijn grens waar die ander aangeeft dat absoluut niet te willen omdat hij daar overlast van ondervindt. De vrijheid van de één mag zonder gegronde reden niet ten koste gaan van de ander. En bij bedreiging gebeurt dat wel.
Bewijs
Bij vorderingen van straat- en contactverboden gaat het telkens om een afweging van ieders belangen. Voldoende is dat er een gerechtvaardigde vrees bestaat dat de gedaagde partij de persoonlijke vrijheid van u niet zal respecteren en daarop keer op keer inbreuk zal maken, wat u hindert en tot last is.
Bij bedreiging levert dit vaak voor het slachtoffer ook psychische en/of lichamelijke problemen op. Bij de ander wordt immers de angst te weeg gebracht dat de bedreiger zijn dreigementen zal uitvoeren. Voor uw bewijspositie kan een verklaring van huisarts of een psycholoog uitkomst bieden. Dit is niet verplicht, maar versterkt bij de rechter wel het beeld dat u lijdt onder de geuite dreigementen.
Voorts is het belangrijk dat u een dagboek bijhoudt waarin u precies beschrijft wanneer en op welke wijze u bent bedreigd of anderszins lastiggevallen. Dit dagboek kan worden gebruikt voor het bewijs.
Ook handgeschreven en ondertekende verklaring van getuigen kunnen bijdragen aan het bewijs van de bedreigingen. Belangrijk is dat de getuige per incident duidelijk beschrijft wat hij/zij heeft gezien of gehoord en ook duidelijk vermeld waar en wanneer ieder incident plaatsvond. De verklaringen moeten zo gedetailleerd mogelijk zijn. Op de verklaring dient de getuige, naast zijn handtekening, ook zijn volledige naam, adresgegevens en telefoonnummer vermelden.
Tot slot wordt geadviseerd om waar mogelijk aangifte te doen, of in ieder geval melding te doen bij de politie. U krijgt vaak een kopie van de aangifte mee. Deze moet u goed bewaren! Meldingen kunnen worden opgevraagd bij de privacyfunctionaris binnen uw politieregio.